Hallo beste lezer, baasje van één of meerdere lieve, leuke, gave beestjes of gewoon, geïnteresseerde nieuwsgierige! In deze blog schrijf ik elke week over mijn leven als dierenarts en praktijkeigenaar van Dierenkliniek Terneuzen. Veel leesplezier!
Aaah, Krokusvakantie! Afgelopen donderdag was het 17 graden en er staan inderdaad al krokussen in bloei! Jeetje, is dat altijd zo begin februari? In 1947 werd er op 8 februari nog een Elfstedentocht verreden! Maar goed, dat is alweer 77 jaar geleden en er zullen niet veel mensen zijn die zich dat nog herinneren. Ik ben benieuwd of er eigenlijk ooit nog een Elfstedentocht op de schaats verreden zal worden…
Op de praktijk ging alles zijn gangetje. Er stonden een aantal bobbels op het programma deze week. Bobbels zijn enerzijds niet leuk, want ze kunnen eng zijn. Maar aan de andere kant kunnen we er altijd iets mee doen!
Elke bobbel is anders: er zijn grote, kleine, zachte, harde, kale, behaarde, pijnlijke en rustige bobbels. En zo zijn er dus veel goedaardige bobbels, maar helaas ook soms kwaadaardige.
Om te weten welke het is, steken we er altijd een naaldje in. Bijna alle dieren laten dit wakker toe. Uw huisdier reageert er meestal niet eens op. Vervolgens spuiten we met een spuitje met lucht de cellen die nu in het naaldje zitten op een microscopisch draagglaasje. Die cellen kleuren we met een speciale kleuring (fixatie-blauw-roze) en bekijken we onder de microscoop.
We plannen de afspraken meestal zo in, dat dit meteen kan. Binnen een kwartier kunnen we je vertellen welke soort cellen we zien. Gelukkig zijn dit meestal vetcellen of talg, want dat zijn de meest voorkomende bobbels. Soms zien we cellen waar we meteen een advies over kunnen geven: weghalen of laten zitten. Er is zelfs één goedaardig gezwel dat meestal vanzelf weer verdwijnt, de “histiocytoom”.
En ja, soms zien we cellen die slecht nieuws betekenen. Maar ook dan geven we je alle opties die er zijn en daarbij geldt gelukkig vaak: als we het weghalen, is het weg. We zullen je wel altijd adviseren om dat verwijderde bultje te laten analyseren door een patholoog in het laboratorium. Zij identificeren de bult en kijken meteen of hij echt helemaal weg is.
Hoe kleiner de bobbel is bij het onderzoek, hoe beter eigenlijk. Dus wacht zeker niet te lang om ermee langs te komen!